donderdag 22 augustus leh naar Sumur (nubravallei)

Donderdag 22 augustus, Leh naar Sumur (Nubravallei)
Opgestaan om 7.30 uur en ontbijt met omelet en toast. Het weer zag er goed uit, veel blauwe lucht. Ingepakt en om 9.00 uur volgens schema vertrokken richting Khardung La (5.602m), naar verluid de hoogst berijdbare weg/pas ter wereld. Vanwege de strategische militaire route naar de Siachen gletsjer wordt de pas het hele jaar door vrijgehouden. Na deze pas zullen we de Nubravallei bereiken, tot 1994 niet toegankelijk voor toeristen. Eerst nog even door Leh en dan direct ten noorden de hoogte in. De weg was smal maar goed. Veel haarspeldbochten en het uitzicht over Leh, de vallei (met de indus) en het Stok-Kangrimassief (6.120 m) werd met de meter klimmen mooier. Er kwamen steeds meer witte toppen tevoorschijn. Op 15.300 feet (ca. 5.000 m )de eerste checkpoint. Paspoorten en eerder door gids geregeld permit voor ons moesten worden getoond. Vanaf dit punt was de weg niet meer verhard en ging de schaarse vegetatie over in ruig berglandschap. Langs de weg waren vele wegwerkers bezig om de route in goede conditie te houden, voor zover dat op deze hoogte kan. De weg is schitterend aangelegd. Hoe hoger we kwamen hoe kouder het werd, hoewel bovenop de pas viel de temperatuur nog steeds mee. Om 10.30 uur waren we boven op de pas. Voor ons het hoogste punt waar we ooit geweest zijn. Helaas geen stempel in het paspoort. Hier stonden natuurlijk veel toeristenbusjes. Er was een shop en wat militair gedoe en natuurlijk veel gebedsvlaggentjes en twee gompa’s. Het uitzicht was schitterend. Naar het noorden de witte toppen van het Karakoremgebergte (gebergte op grens van China, India en Pakistan). Nog even naar de gompa gelopen (niet meer dan 20 m klimmen) maar je merkte meteen dat je op hoogte zit. Direct na de eerste stappen merk je dat je al buiten adem bent. Rustig aan doen is het devies. Om 11.00 uur vertrokken we maar direct achter de pas waren ze met de weg bezig en moesten we zeker ½ uur wachten omdat de weg geblokkeerd was met rotsen. Vervolgens ging het omlaag door adembenemende natuur richting Nubravallei. Halverwege weer een checkpoint. Voordat de regio (Nubravallei) door Leh werd ingelijfd (17e eeuw) heerste er de koningen van Nubra vanuit een paleis in Charasa, gelegen op een heuvel tegenover Sumur, waar wij de komende 2 nachten zullen verblijven. Hier staat ok het belangrijkste klooster van de vallei (Samstem Ling gompa).
Het eerste deel van de afdaling was nog steeds onverhard. Vele haarspeldbochten en prachtige uitzichten. We zagen marmotten (ong. 40 cm groot) liggen luieren in de zon. Op de hoge weiden liepen Yaks (mannetjes) en Dino’s zijn de vrouwtjes (kleinere horens). Soms leek het wel een maanlandschap waar we doorheen reden. Halverwege onze meegebrachte lunch gegeten. Verder afdalen naar de Nubravallei. Op enig moment toen we op het punt stonden de vallei in te gaan hadden we een prachtig uitzicht op de zilvergrijze duinen en de rivier de Shyok, in het noorden en oosten en het Karakoremgebergte. Het klimaat in de vallei is relatief mild, maar er steken wel regelmatig stormen op die verstikkende stofwolken boven de rivierbedding veroorzaken. Werkelijk prachtig, wat een uitzicht wat een landschap, wat een natuur.
Verder richting Sumur, langs de Shyok. Op enig moment deze zeer brede rivier overgestoken. Sumur (ca. 3.000 m) is een slaperige, uitgestrekte oase iets voorbij de samenvloeiing van de rivieren de Shyok en de Nubra. Sum is het Ladakhi’s voor 3. Sumur betekent dus dat hier twee rivieren bij elkaar komen en als derde rivier verder gaat. Overigens wordt de Nubravallei, de vallei va de bloemen genoemd. Om 15.15 uur waren we gearriveerd bij onze silkroute cottages, ruime bamboehuisjes met aparte douche en wc, elektriciteit en gewone bedden. Het is erg warm. Krijgen thee aangeboden en zijn voor ons huisje gaan zitten onder een grote fruitboom, op deze hoogte!!!! Het uitzicht op de bergen en boerenakkers.
Wat opvalt is dat op deze hoogte, zowel in Leh als hier, nog zoveel groente en fruit groeit. Alle groenten die we in de hotels kregen waren in principe uit eigen tuin; wortelen, erwten, bloemkool, brocoli, paprika’s diverse kolen en tomaten. Het fruit dat hier nog groeit bestaat uit: appelen, abrikozen en pruimen. Daarnaast bloeien overal afrikanen, zonnebloemen, stokrozen en cosmea’s in de tuinen van de hotels maar ook bij particulieren. Tot slot groeit hier nog volop graan en een andere graansoort die wij niet kennen.
Na lekker in de schaduw van een abrikozenboom voor ons bamboehutje te hebben gezeten met lekkere groene muntthee zijn we een ommetje gaan maken. Bij terugkomst stond onze gids Lobsang op ons te wachten omdat hij te horen had gekregen dat wij hem zochten????? Samen met hem nog maar wat thee in de tuin gedronken met de zonsondergang op de achtergrond. Om 20.00 uur diner (buffetvorm) samen met Lobsang. Het gewoonlijke eten, dahl, mix vegetables, geitpanneer, rijst en rotti. Na een flensje met nutella. Om 22.00 uur slapen in ons bamboehuisje.